Betoverd door een verleider

Hij vroeg me wat ik de meest intense kleur vond. Vijf minuten geleden zat hij daar nog aan de bar, en nu, na een kortstondige kennismaking, vraagt hij me: “Wat is de meest intense kleur die je je kunt voorstellen?” Wat een vraag. Wat moet ik in godsnaam antwoorden. Niet antwoorden zou gewoon seuterig zijn, ik wil geen seut zijn. “Paars,” het ontsnapt me, waarom weet ik niet. – Paars is een kleur. – Zijn blik is serieus, zijn gezicht heeft een jeugdige openheid, maar zijn stem klinkt ondoorgrondelijk mysterieus: “Stel je nu een vlek voor, een grote paarse vlek,” zijn rechterhand reikt naar zijn borst en gaat op en neer alsof hij een soort van diepe emotionele betrokkenheid wilt weergeven. “Stel je voor hoe die vlek langzaam aan aan intensiteit wint, het wordt langzaam aan meer geconcentreerd en het neemt steeds minder plaats in.” Ik doe niks. Ik luister en doe verder niks. Rustig en zelfverzekerd als een goed verteller gaat hij verder: “Voel hoe de intensiteit toeneemt, hoe het wordt samengebald als een gespannen bal energie die steeds in lading kracht toeneemt naarmate haar bewegingsruimte wordt ingeperkt.” Ik stel het me voor, beetje bevreemd over wat er gebeurt, maar verder zonder tegenzin.
Hij lijkt me vriendelijk, maar zijn stem werkt hypnotiserend. Ik voel me lichter worden, ik voel me ongeremd en open, en ik zeg “ja.” Waarom weet ik niet. Ik kan het niet laten me voor te stellen hoe die vlek steeds kleiner en sterker wordt. Het is alsof hij een soort levenskracht in me aanspreekt, en ik voel me er goed bij. Zijn ogen glanzen, ik zie mezelf erin weerspiegeld, mijn lippen vochtig, mijn haar langs mijn schouder languit rustend op mijn borst, hoe mijn borst opgewonden op neer gaat. –
Hij gaat door. “Zie hoe die vlek kleiner en kleiner en als maar kleiner wordt tot er niet meer dan een punt overblijft, een punt met een bijzondere intensiteit. Dat punt bevat alles. Het is alsof heel je levenskracht in dat punt samengevat zit.” Er schuilt een grote passie in die donkere kijkers van hem. Ik luister aangegrepen, mijn hart bonst voelbaar. Hij leunt ietwat over het tafeltje naar mij toe, beide vuisten gebald voor zijn schouders. Zijn stem klinkt nu bijna theatraal: “Op een gegeven moment wordt het zo intens dat het zichzelf ontlaadt. Het punt wordt een bron waaruit een fijne paarse gloed druppelsgewijs ontsnapt.” Mijn handen vinden nauwelijks rust op het tafeltje, mijn handpalmen zijn klam. “Het wordt met grootse intensiteit uit het punt geperst…” zijn ogen houdt hij fijn samengeknepen, zijn lippen wat getuit, zijn handen bewegen van zijn schouders langzaam terug naar zijn borst, “de energie die zich had opgestapeld wringt zich een weg naar buiten in een gestage ontlading. Je voelt een zacht genot over je heen komen als een milde gloed.” Zijn handen zakken af naar zijn buik toe en zijn tempo vertraagt: “De gloed verbreedt, de druppels vloeien nu rijkelijker, je genot wordt nu door je lichaam gestuurd als een kabbelend stroompje.” Ik laat me meevloeien. Het is alsof hij alle levenslust, alle liefde waar ik toe in staat ben in me aanspreekt en mijn hele Zijn tot net dat herleidt. Ik voel vlinders in mijn buik licht en onbevreesd heen en weer fladderen maar ik voel tegelijk een heel lichamelijk gevoel van extase, alsof de vlinders mijn buik afdalen tot net dat meest intieme plaatsje van mijn lichaam. Het kriebelt daar zo erg dat het jeukt. Ik wil, ik snak naar meer van dit. Traag maar intens, hij weet niet van ophouden, zijn stem werkt opzwepend: “De gloed vloeit breder, je genot stroomt door je heen als een rivier…” Ik kan het niet aan. – Ik mag niet.
“STOP!” schreeuw ik. Ik schik ervan mezelf zo ongecontroleerd luid te horen roepen. Het is alsof ik plotsklaps ontwaak uit een droom, verward, van mijn stuk gebracht, niet wetend wat, hoe, waar en wanneer. Hij kijkt me aan met een bijzonder begripvolle blik. Ikzelf versta het niet. “Wat doe je? Waarom wil je…? … Wat? Kijk niet zo … Wat wil je van mij? … Stop! … Hou toch gewoon op!” Woorden, zinnen, stukken van zinnen ontsnappen me opeenvolgend, vluchtig maar tegelijk zwaarwichtig stamel ik ze uit mijn overspannen mond. Ik hoor mezelf praten, maar het lijkt alsof ik nog steeds droom en mezelf van op afstand als een bezetene zie praten. De vraag dringt zich steeds uitdrukkelijk op: Wat is hier aan de hand? – Ja, wat gebeurt hier? – Wat ben ik hier in godsnaam aan het doen?
De man aan de overkant van de tafel zegt me niets, ik vrees hem niet, rustig als hij daar zit, maar hij heeft niets dat me ook maar iets van betekenis heeft. Ik kijk hem niet meer aan. “Ik moet weg,” is het enige wat ik kan zeggen. Ik neem mijn spullen, sta op en vertrek.
Eens buiten probeer ik mij te herinneren wat er allemaal gebeurd is. Zijn betoverende stem galmt na in mijn hoofd. Ik ben als in een trance. Ik kan het maar niet plaatsen wat me net overkwam. Nog geen paar ogenblikken geleden baadde ik in een zee van heerlijkheid. Ik voelde me in de hemel, zoniet in de hel, alleszins in de meest warme, knusse, de meest weelderige en extatische plaats waarin ik ooit een moment heb doorgebracht. Het lijkt alsof ik in een flits vertrokken ben, alsof het moment ervoor een eeuwigheid duurde en ik nu in een situatie ben terechtgekomen waarin enkel de herinnering aan die eeuwigheid voor de voortgang aan de tijd belang heeft. Maar mijn hart gaat nog steeds hard tekeer, ik voel me licht alsof ik elk moment weer kan opstijgen, en, wat het merkwaardigste is, het is alsof die intense gevoelens van genot mijn lichaam kruisen net in dat speciale plekje. Het is alsof mijn opwinding zich heeft afgedaald en zich heeft genesteld zodat ik erbij kan, ter mijner zaligste genietingen.
De gedachte dat me iets juists, iets goeds is overkomen overstemt de andere. De weg naar huis schrijdt voorbij als het decor van het verkeerde toneelstuk. Mijn geest heeft zich volledig onttrokken aan de werkelijkheid. Mijn broek en ondergoed verstikken me. Mijn sekse gloeit. Het geil spreidt zich voelbaar onder me uit, ik voel de natte plek gestaag groter worden. Mijn hand neigt naar die plek. O, wat voelt het goed eens te voelen hoe nat ik wel ben. De minste aanraking doet mijn hele lijf sidderen van lust en verlangen.
Het trappenhuis is leeg. Bijna thuis. Ik kan me niet weerhouden om me tijdens het wandelen te betasten. Mijn handen glijden over mijn lijf. Mijn tepels, mijn dijen, mijn billen, o, wat voelt het goed. Nog twee verdiepen te gaan en daar gaat die eerste broekknop. Genoeg ruimte voor mijn hand – ze duikt naar binnen. Ik hou halt. Ik schenk mezelf een moment van rust, een moment van genot, een moment van bevrediging. Ik ga met mijn rug tegen de muur staan en leunend reik ik verder in mijn broek. Opwellingen van orgastische gevoelens gaan aan het tintelen over heel mijn lichaam. Ik sidder. Mijn ademhaling stokt. Ik slaak een zachte zucht. Mijn hand glijdt over mijn gezwollen, gladde, stroperig natte sekse. Een vinger glijdt naar binden. “Hhhh,” ik sidder. Mijn hand baadt in mijn eigen sappen. Op en neer, met zachte druk glijdend brengt het me weer in die demonische trance van tevoren. Het is hard om hier niet te begeven, hier in het trappenhuis. Ik ben er bijna. Met mijn hand half nog in mijn broek loop ik verder, twee treden per stap.
Ik sluit de deur achter me. Eindelijk thuis. Hier mag het. Vrijheid. – Eindelijk. – Mijn hand glijdt terug in mijn extatisch snakkend spleetje. Met een doffe knal bots ik achterover tegen de deur. Ik schop mijn schoenen uit terwijl ik ondertussen met beide handen driftig de binnenkant van mijn dijen betast, één hand in en een ander hand over mijn broek. Het gefriemel heeft mijn broekrits vanzelf geopend. Ik schuif ze tot mijn knieën. De doordringende geur die daarbij vrijkomt maakt me nog geiler. Ik ben niet te stoppen. Mijn vinger pompt op en neer, sneller als de heetste hengst. O, ik wil gevuld worden. Ik wil met harde stoten genomen worden. Ik wil een hete vlezige bink in mij, ik wil, ik wil een heerlijk mannelijk lid voelen stampen in mij. “Hmmmm…” Extatisch vingerend glijdt ik tot op de grond, mezelf verbeeldend dat mijn vingers die van een man zijn, een heerlijk mannelijke man, om het even welke man, maar een sterke man, een viriele man – een man die me zou neuken, met zijn lid wellustig op me in zou beuken. Mijn slipje is als een spons. Het hangt wijd uitgerekt tussen mijn knieën. Eén hand kneedt mijn venusheuvel, de ander glijdt over mijn buik, onder mijn topje over mijn bh, ik knijp in mijn tepel, de ene en dan de ander, gevangen onder het fijne materiaal van mijn de bh. Ik bevrijd ze, schuif mijn bh tot net erboven zodat ik er beter bij kan, mijn heerlijk staalharde tepeltjes. “Uhmm…” Alles voelt zo sensueel, zo seksueel.
Ik zou tientallen mannen aankunnen, hete, geile machomannen. Ik voel me als een bekwame meesteres die haar harem mannen zou verslinden en dan weer opnieuw zou op zoek gaan naar seksuele bevrediging. Ik voel me als de paarse vlek die aan het verkleinen is, in intensiteit toeneemt, alsof het punt bijna bereikt is en het bijna zou gaan openbarsten en overlopen van stromend genot. Ik adem hard. Het lukt me niet om niet te gaan hijgen, normaal doe ik dat nooit. Het is zo intens. Ik voel het orgasme naderen als een naderende sneltrein. Ik voel het daveren. “Uhhhm,” meer, ik. – Meer. – “Uhmmmm…” Mijn handen glijden en wrijven over mijn lichaam, ze drukken en kneedden overal en nergens tegelijk. Mijn ogen dichtgeknepen, mijn lippen bevochtigd, mond geopend, zuchtend, kreunend. Ik voel het komen. Mijn ademhaling stokt. Mijn benen trekken zich dicht. Pulsen, spasmen schieten door mijn lichaam; ik krioel als een slang over de vloer van de inkomhal. Als een vulkaanuitbarsting strijkt een warme gloed over mijn lichaam neer. Tintelingen overal. Ik snak naar adem. Naar de gloed zich verder uitspreidt kom ik terug bij bewustzijn. Mijn hele lichaam suist alsof het terug uit een diepte opkomt waar de druk zoveel hoger was, alsof ik nu zo licht ben dat ik bijna opstijg, wegzweef en voor eeuwig wegblijf in een grote, uitgestrekte leegte. Ik open mijn ogen, mijn oogleden zijn zwaar. Ik moet lachen, ik weet niet waarom. Ik zucht lichthartig, alsof een gevangen wolkje lucht zich uit mijn longen bevrijdt. Nog even sluit ik de ogen, ik probeer me ten volle te realiseren wat me is overkomen. Tevergeefs, er is niets te realiseren.
Wordt vervolgd… – Copyright jdevinck@live.nl
Kus, Jolande

VN:F [1.9.22_1171]
Waardering: 0.0/10 (0 votes x gestemd)

Recent Posts

Leave a Comment